Het is ver voor mijn tijd gebeurt. Na het lezen van een stukje in de krant zag ik wel het helemaal voor me.
Een dorpje in Nepal. Allemaal geitenhoeders, sherpa's genaamd, zitten lekker bij het kampvuur. Het gesprek gaat natuurlijk over het weer, eten,drinken en vrouwen. Waar moet zou het anders over moeten gaan. Televisie, telefoon, kranten, ze hebben er daar helemaal geen last van. Hun wereld is lekker klein.
Plotsklaps komt er iemand aangelopen. "Edmund Hillary, aangenaam kennis te maken". De vreemde snuiter, bepakt en bezakt met allerlei troep wou de berg op, en de mannen moesten mee.
"Veel plezier, ik kom er net vandaan". "Je bent niet goed, het is er hartstikke koud !". "Zeg achterlijke doedel, wat is daar het nut van ?" "Draag jij lekker zelf al die rommel". Zo zullen ongeveer de reacties rond het kampvuur zijn geweest, in de gekuiste versie.
Edmund heeft ongetwijfeld met argumenten geprobeerd de mannen te overreden. Uiteindelijk bleef er maar een oplossing over : geld.
Edmund was uiteindelijk als eerste boven. Hij zal wel een zetje hebben gehad van zijn sherpa.
Ook vandaag de dag gaan we er nog heen met expedities. Zonder sherpa's voor het sjouwwerk komen we nog steeds niet boven. Het is inmiddels een hele industrie.
Wij komen alleen met heel veel hulp boven. Weer beneden hebben we het hoogste woord en staan we voor de camera's.
Inmiddels is er een sherpa die 20 de Mount Everest is op gerend. En daar gaat het dus verkeerd want ik ben jammergenoeg zijn naam toch vergeten...
Kijken wat er morgen gebeurt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten